Het systeem tijdens de vrije periode
Elke zondag bepaalt het lot welke speler aan welke tafel komt te zitten. Er wordt gespeeld volgens het geldend tarief. De consumpties zijn rechtstreeks te betalen aan de uitbating.
Het toernooi systeem
Elke zondag bepaalt het lot welke speler aan welke tafel komt te zitten. Als het aantal aanwezige spelers geen veelvoud van vier is, dan wordt met vijf gespeeld. De speler die deelt blijft dan af en geeft de laatste kaart aan de speler rechts van hem;
Er wordt gespeeld over 40 (50 in geval van 5 spelers) giften of tot 23 uur. Zijn om 23 uur nog geen 40(50) rondjes afgewerkt dan wordt toch een stand opgemaakt. Zijn de 40 (50) rondjes voor 23 uur gespeeld, dan kan er nog vrij verder gespeeld worden.
Er wordt 15 zondagen gespeeld. Enkel de 9 beste resultaten komen in aanmerking. Eerst worden de afwezige zondagen geteld en van de overgebleven scores worden de 9 beste resultaten genomen.
Reglement
a
Reglement ed 8/9/19
ART 1 Schudden van de kaarten Het toernooi wordt gespeeld met kaarten die ter beschikking gesteld worden door de organisatie Een nieuw deck kaarten wordt eerst geschud (door elkaar gehaald). Het afpakken gebeurt door het spel in twee stapels te splitsen. Elke stapel moet minimum 4 kaarten bevatten. De deler zet vervolgens de stapels op elkaar zodat het bovenste gedeelte onderaan komt en deelt de kaarten. Elke verdere gift gebeurt door alle kaarten uit het spel op elkaar te stapelen en opnieuw af te pakken. De kaarten mogen na het eerste spel niet meer geschud worden. Wanneer de kaarten toch worden geschud is de bijhorende sanctie -3 voor de persoon die schudde en de andere spelers krijgen elk +1. De deler behoudt het recht om te delen.
ART 2 Het delen De speler links van de schrijver begint als eerste te delen zodat de schrijver de 4e invulkolom voor zich heeft. De gift start door het uitdelen van de 52 kaarten aan de vier spelers. Men deelt als volgt: een serie kaarten van boven naar beneden het deck in wijzerzin: de eerste twee rondes krijgt elke speler 4 kaarten, de derde ronde elk 5, behalve de deler die de laatste kaart open op tafel legt. De kaarten worden zo gedeeld dat de beeldzijde niet zichtbaar is voor de spelers. Wanneer de deler verkeerd deelt wordt er opnieuw gedeeld door dezelfde persoon. De laatste kaart die de deler open op tafel gelegd heeft, bepaalt de troef. Indien er vijf spelers zijn dan neemt de deler niet deel. De kaarten de troefkaart gaat naar de speler rechts van de deler. Indien er fout gedeeld is, mag dezelfde persoon nog éénmaal delen. Gaat het dan weer fout dan gaat het delen naar de volgende speler en verliest de deler 1pt per speler.
ART 3 Troel De spelers steken hun kaarten en kijken of ze drie of vier azen hebben. Is dat het geval dan zegt deze speler "troel". In alle andere gevallen zeggen de spelers "pas troel". Door het annonceren van troel wordt de troef en de partner bepaald door de 4de aas , harten heer als er vier azen in dezelfde hand zitten, harten dame, harten boer. De troefkaart blijft echter nog op tafel totdat het spel bepaald is. Indien alle spelers passen opent de speler met de troefkaart het spel door de troefkaart uit te spelen. Indien één van de spelers niet past maar open miserie, solo of solo slem gaat dan haalt hij de overhand op de troel.
ART 4 Tafel plakt Wanneer tijdens het spelen een kaart door de speler op de tafel wordt gelegd, ‘plakt de kaart’. Met andere woorden: de kaart kan niet meer terug in de hand gaan, tenzij de speler zich vergist heeft door foutief niet te volgen.
ART 5 Het bepalen van het spel
De speler links van de deler kan volgende keuzes voorstellen: A. Vraag De speler zoekt een andere speler om samen 8 slagen te halen. De speler na de deler opent het spel. B. Pas De speler kan geen enkel voorstel doen. C. Abondance (10 – 11 - 12 ) De speler kondigt aan dat hij 9 (10 – 11 – 12) slagen wil proberen te halen. De speler bepaalt de troef en opent het spel. D. abondance in troef De speler kondigt aan dat hij 9 (10 – 11 – 12) slagen wil proberen te halen in de door de laatste kaart bepaalde troef. De speler opent het spel. E. Miserie De speler kondigt aan dat hij geen enkele slag gaat halen. De speler na de deler opent het spel zodra de andere spelers gepast hebben. Indien de deler miserie wil gaan mag hij een kaart ruilen. Deze ruil geschiedt met de beeldzijde naar beneden. F. open miserie of op tafel De speler kondigt aan dat hij geen enkele slag gaat halen. Hij legt de kaarten voor zich open op tafel. Indien de deler miserie wil gaan mag hij een kaart ruilen. Deze ruil geschiedt met de beeldzijde naar beneden. De speler na de deler opent het spel zodra de andere spelers gepast hebben. G.slem De speler kondigt aan dat hij 13 slagen wil proberen te halen. De speler bepaalt de troef en opent het spel. H. solo slem De speler kondigt aan dat hij 13 slagen wil proberen te halen in de kleur van de troefkaart. De speler opent het spel.
De andere spelers hebben dezelfde mogelijkheden en bovendien de optie meegaan met de vrager voor acht slagen. Van het ogenblik dat een speler een voorstel doet vervallen alle lagere opties, die dus niet meer voorgesteld mogen worden. Als de deler de optie miserie of miserie-open kiest mag hij de troefkaart ruilen voor een andere kaart. Als alle spelers een keuze gemaakt hebben mogen de spelers die nog niet gepast hebben hun keuze verhogen. Als er niemand meegaat met de vrager mag deze passen of alleen voor 5 slagen gaan. Als aan het einde van de keuzeronde geen enkele keuze gedaan is dan wordt de stapel doorgegeven aan de volgende speler.
Speciaal geval Als de deler miserie of miserie op tafel voorstelt en een kaart ruilt bestaat de mogelijkheid dat de ontvanger van de kaart een betere hand heeft. Volgende mogelijkheden zijn er:
1. 3 azen. Het is nochtans geen troel, want de spelers hadden reeds pas troel gezegd.
2. De speler kan zijn bod verhogen. Als de ontvanger van de ruilkaart nog niet gepast heeft en door deze kaart een beter bod heeft dan de deler, slem of solo slem, dan mag hij die spelen.
ART 6 Het spelverloop De uitgekomen soort van de kaart moet verplicht gevolgd worden. De slag komt toe aan de speler die de hoogste kaart speelde van de uitgekomen soort. Indien een speler niet kan volgen, kan hij met troef de slag kopen en zo de slag winnen. Indien meerdere troefkaarten gespeeld werden, wint de hoogste troefkaart. Indien de slag niet aan de medespeler behoort, moet de speler niet verplicht een hogere kaart spelen. Indien u niet kan volgen en de slag niet aan uw medespeler behoort, moet u ook niet kopen. Indien een slag al gekocht is door een tegenspeler, en u niet kan volgen, bent u niet verplicht over te kopen. Met andere woorden kopen, overkopen en hoger spelen is NIET verplicht. In het geval dat men met z’n tweeën alle slagen haalt dan speelt men zogezegd ‘rond’ en tellen de punten dubbel. Ook wanneer men alleen speelt en alle slagen haalt. Enkel de laatst weggelegde (omgekeerde) slag mag altijd herbekeken worden. Indien er naast de laatste man nog iemand (open) miserie speelt dan hoeft deze speler geen kaart af te geven. De laatste man mag dan nog éénmaal een kaart vragen.
ART 7 De puntentelling Bij vragen en meegaan krijgen de spelers die het bod speelden elk 2 punten indien ze acht slagen haalden. Per extra slag krijgen ze een extra punt. Als ze alle slagen behaald hebben worden de punten ook verdubbeld. De andere twee spelers verliezen elk evenveel punten. Indien ze geen acht slagen haalden dan verliezen ze hiervoor 2 punten plus een punt per slag dat ze te kort komen. Dit bedrag wordt verdubbeld. Bij troel wordt het bedrag verdubbeld bij winst, maar niet extra verdubbeld bij verlies. Een speler die alleen ging voor vijf slagen krijgt van elke speler 2 punten indien hij vijf slagen haalde. Per extra slag krijgt hij van elk een extra punt. De andere drie spelers verliezen elk evenveel punten. Indien hij geen vijf slagen haalden dan verliest hij hiervoor 2 punten plus een punt per slag dat hij te kort komt van elke speler (dus maal 3). Dit bedrag wordt verdubbeld.
ART 8 De puntentelling speciaal spel
Abondance 5 pnt
Abondance in troef 5 pnt
Abondance (10) 7 pnt
Abondance in troef (10): 7 pnt
miserie: 10 pnt;
Abondance 11 (12) : 10 pnt
bondance in troef 11 (12) : 10 pnt
Abondance 12 : 12 pnt
Abondance in troef 12 : 12 pnt
open miserie: 20 pnt;
solo:30 pnt
solo slim (solo in troef): 40 pnt.
Dit betekent dat Abondance 11 boven miserie gaat.
De punten worden nooit verdubbeld. Dus ook niet na troel.
ART 9 Pas rond Wanneer een gift wordt ‘rondgepast’ deelt dezelfde deler opnieuw. Men zegt dat een gift wordt ‘rondgepast’ wanneer iedereen uiteindelijk past, ook al heeft een speler aanvankelijk gevraagd. De behaalde punten in het volgend spel worden verdubbeld. Indien nogmaals rond gepast wordt deelt dezelfde deler opnieuw maar de punten worden niet extra verdubbeld.
ART 10 Foutief spelen Indien het foutief spelen nog gecorrigeerd kan worden dan mag dit. Is het spel gevorderd en kan de fout niet gecorrigeerd worden, dan verliest deze speler het spel, als het een speciaal spel betreft. In geval van vraag/mee of alleen gaan al de slagen vanaf de slag met de fout naar de tegenstrever. De medespeler ontvangt ter compensatie evenveel punten als de tegenstander van diegene die fout gedeeld heeft. Deze maatregel wordt toegepast telkens een speler fout speelt maar wordt verhoogd met 5, 10, 15 enz punten per speler per extra fout.
Vb. Speler 1 en 3 gaan voor 8. In de 5de slag koopt speler 1 de slag terwijl hij nog moet volgen. Dit wordt opgemerkt tijdens de 9de slag. Al de slagen vanaf de 5de gaan naar de tegenstrever. Speler 1 en 2 zijn er 4 slagen binnen en krijgen -6 x 1 = -12. Speler 1 betaalt 12 pt aan speler 3.
De verdeling is dus als volgt
1 : -24
2 : +12
3: 0
4 : +12
ART 1 Schudden van de kaarten Het toernooi wordt gespeeld met kaarten die ter beschikking gesteld worden door de organisatie Een nieuw deck kaarten wordt eerst geschud (door elkaar gehaald). Het afpakken gebeurt door het spel in twee stapels te splitsen. Elke stapel moet minimum 4 kaarten bevatten. De deler zet vervolgens de stapels op elkaar zodat het bovenste gedeelte onderaan komt en deelt de kaarten. Elke verdere gift gebeurt door alle kaarten uit het spel op elkaar te stapelen en opnieuw af te pakken. De kaarten mogen na het eerste spel niet meer geschud worden. Wanneer de kaarten toch worden geschud is de bijhorende sanctie -3 voor de persoon die schudde en de andere spelers krijgen elk +1. De deler behoudt het recht om te delen.
ART 2 Het delen De speler links van de schrijver begint als eerste te delen zodat de schrijver de 4e invulkolom voor zich heeft. De gift start door het uitdelen van de 52 kaarten aan de vier spelers. Men deelt als volgt: een serie kaarten van boven naar beneden het deck in wijzerzin: de eerste twee rondes krijgt elke speler 4 kaarten, de derde ronde elk 5, behalve de deler die de laatste kaart open op tafel legt. De kaarten worden zo gedeeld dat de beeldzijde niet zichtbaar is voor de spelers. Wanneer de deler verkeerd deelt wordt er opnieuw gedeeld door dezelfde persoon. De laatste kaart die de deler open op tafel gelegd heeft, bepaalt de troef. Indien er vijf spelers zijn dan neemt de deler niet deel. De kaarten de troefkaart gaat naar de speler rechts van de deler. Indien er fout gedeeld is, mag dezelfde persoon nog éénmaal delen. Gaat het dan weer fout dan gaat het delen naar de volgende speler en verliest de deler 1pt per speler.
ART 3 Troel De spelers steken hun kaarten en kijken of ze drie of vier azen hebben. Is dat het geval dan zegt deze speler "troel". In alle andere gevallen zeggen de spelers "pas troel". Door het annonceren van troel wordt de troef en de partner bepaald door de 4de aas , harten heer als er vier azen in dezelfde hand zitten, harten dame, harten boer. De troefkaart blijft echter nog op tafel totdat het spel bepaald is. Indien alle spelers passen opent de speler met de troefkaart het spel door de troefkaart uit te spelen. Indien één van de spelers niet past maar open miserie, solo of solo slem gaat dan haalt hij de overhand op de troel.
ART 4 Tafel plakt Wanneer tijdens het spelen een kaart door de speler op de tafel wordt gelegd, ‘plakt de kaart’. Met andere woorden: de kaart kan niet meer terug in de hand gaan, tenzij de speler zich vergist heeft door foutief niet te volgen.
ART 5 Het bepalen van het spel
De speler links van de deler kan volgende keuzes voorstellen: A. Vraag De speler zoekt een andere speler om samen 8 slagen te halen. De speler na de deler opent het spel. B. Pas De speler kan geen enkel voorstel doen. C. Abondance (10 – 11 - 12 ) De speler kondigt aan dat hij 9 (10 – 11 – 12) slagen wil proberen te halen. De speler bepaalt de troef en opent het spel. D. abondance in troef De speler kondigt aan dat hij 9 (10 – 11 – 12) slagen wil proberen te halen in de door de laatste kaart bepaalde troef. De speler opent het spel. E. Miserie De speler kondigt aan dat hij geen enkele slag gaat halen. De speler na de deler opent het spel zodra de andere spelers gepast hebben. Indien de deler miserie wil gaan mag hij een kaart ruilen. Deze ruil geschiedt met de beeldzijde naar beneden. F. open miserie of op tafel De speler kondigt aan dat hij geen enkele slag gaat halen. Hij legt de kaarten voor zich open op tafel. Indien de deler miserie wil gaan mag hij een kaart ruilen. Deze ruil geschiedt met de beeldzijde naar beneden. De speler na de deler opent het spel zodra de andere spelers gepast hebben. G.slem De speler kondigt aan dat hij 13 slagen wil proberen te halen. De speler bepaalt de troef en opent het spel. H. solo slem De speler kondigt aan dat hij 13 slagen wil proberen te halen in de kleur van de troefkaart. De speler opent het spel.
De andere spelers hebben dezelfde mogelijkheden en bovendien de optie meegaan met de vrager voor acht slagen. Van het ogenblik dat een speler een voorstel doet vervallen alle lagere opties, die dus niet meer voorgesteld mogen worden. Als de deler de optie miserie of miserie-open kiest mag hij de troefkaart ruilen voor een andere kaart. Als alle spelers een keuze gemaakt hebben mogen de spelers die nog niet gepast hebben hun keuze verhogen. Als er niemand meegaat met de vrager mag deze passen of alleen voor 5 slagen gaan. Als aan het einde van de keuzeronde geen enkele keuze gedaan is dan wordt de stapel doorgegeven aan de volgende speler.
Speciaal geval Als de deler miserie of miserie op tafel voorstelt en een kaart ruilt bestaat de mogelijkheid dat de ontvanger van de kaart een betere hand heeft. Volgende mogelijkheden zijn er:
1. 3 azen. Het is nochtans geen troel, want de spelers hadden reeds pas troel gezegd.
2. De speler kan zijn bod verhogen. Als de ontvanger van de ruilkaart nog niet gepast heeft en door deze kaart een beter bod heeft dan de deler, slem of solo slem, dan mag hij die spelen.
ART 6 Het spelverloop De uitgekomen soort van de kaart moet verplicht gevolgd worden. De slag komt toe aan de speler die de hoogste kaart speelde van de uitgekomen soort. Indien een speler niet kan volgen, kan hij met troef de slag kopen en zo de slag winnen. Indien meerdere troefkaarten gespeeld werden, wint de hoogste troefkaart. Indien de slag niet aan de medespeler behoort, moet de speler niet verplicht een hogere kaart spelen. Indien u niet kan volgen en de slag niet aan uw medespeler behoort, moet u ook niet kopen. Indien een slag al gekocht is door een tegenspeler, en u niet kan volgen, bent u niet verplicht over te kopen. Met andere woorden kopen, overkopen en hoger spelen is NIET verplicht. In het geval dat men met z’n tweeën alle slagen haalt dan speelt men zogezegd ‘rond’ en tellen de punten dubbel. Ook wanneer men alleen speelt en alle slagen haalt. Enkel de laatst weggelegde (omgekeerde) slag mag altijd herbekeken worden. Indien er naast de laatste man nog iemand (open) miserie speelt dan hoeft deze speler geen kaart af te geven. De laatste man mag dan nog éénmaal een kaart vragen.
ART 7 De puntentelling Bij vragen en meegaan krijgen de spelers die het bod speelden elk 2 punten indien ze acht slagen haalden. Per extra slag krijgen ze een extra punt. Als ze alle slagen behaald hebben worden de punten ook verdubbeld. De andere twee spelers verliezen elk evenveel punten. Indien ze geen acht slagen haalden dan verliezen ze hiervoor 2 punten plus een punt per slag dat ze te kort komen. Dit bedrag wordt verdubbeld. Bij troel wordt het bedrag verdubbeld bij winst, maar niet extra verdubbeld bij verlies. Een speler die alleen ging voor vijf slagen krijgt van elke speler 2 punten indien hij vijf slagen haalde. Per extra slag krijgt hij van elk een extra punt. De andere drie spelers verliezen elk evenveel punten. Indien hij geen vijf slagen haalden dan verliest hij hiervoor 2 punten plus een punt per slag dat hij te kort komt van elke speler (dus maal 3). Dit bedrag wordt verdubbeld.
ART 8 De puntentelling speciaal spel
Abondance 5 pnt
Abondance in troef 5 pnt
Abondance (10) 7 pnt
Abondance in troef (10): 7 pnt
miserie: 10 pnt;
Abondance 11 (12) : 10 pnt
bondance in troef 11 (12) : 10 pnt
Abondance 12 : 12 pnt
Abondance in troef 12 : 12 pnt
open miserie: 20 pnt;
solo:30 pnt
solo slim (solo in troef): 40 pnt.
Dit betekent dat Abondance 11 boven miserie gaat.
De punten worden nooit verdubbeld. Dus ook niet na troel.
ART 9 Pas rond Wanneer een gift wordt ‘rondgepast’ deelt dezelfde deler opnieuw. Men zegt dat een gift wordt ‘rondgepast’ wanneer iedereen uiteindelijk past, ook al heeft een speler aanvankelijk gevraagd. De behaalde punten in het volgend spel worden verdubbeld. Indien nogmaals rond gepast wordt deelt dezelfde deler opnieuw maar de punten worden niet extra verdubbeld.
ART 10 Foutief spelen Indien het foutief spelen nog gecorrigeerd kan worden dan mag dit. Is het spel gevorderd en kan de fout niet gecorrigeerd worden, dan verliest deze speler het spel, als het een speciaal spel betreft. In geval van vraag/mee of alleen gaan al de slagen vanaf de slag met de fout naar de tegenstrever. De medespeler ontvangt ter compensatie evenveel punten als de tegenstander van diegene die fout gedeeld heeft. Deze maatregel wordt toegepast telkens een speler fout speelt maar wordt verhoogd met 5, 10, 15 enz punten per speler per extra fout.
Vb. Speler 1 en 3 gaan voor 8. In de 5de slag koopt speler 1 de slag terwijl hij nog moet volgen. Dit wordt opgemerkt tijdens de 9de slag. Al de slagen vanaf de 5de gaan naar de tegenstrever. Speler 1 en 2 zijn er 4 slagen binnen en krijgen -6 x 1 = -12. Speler 1 betaalt 12 pt aan speler 3.
De verdeling is dus als volgt
1 : -24
2 : +12
3: 0
4 : +12